Week tegen kindermishandeling: 14 t/m 20 november 2022

5 minuten

In 2021 ontvingen de Veilig Thuis organisaties 120.000 meldingen over vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Dat zijn er 8.000 minder dan in 2020. Bron: www.huiselijkgeweld.nl site van de overheid.

Toch zijn de aantallen nog altijd duizelingwekkend hoog. Onze aandachtsfunctionarissen zijn Marjory Scharn en Dorinda Goosen. Zij zetten zich in voor meer bewustwording rond dit thema.

Signaleren, overleggen en samenwerken

Aandachtsfunctionarissen voor SOS in de huisartsenzorg

“Opgesomd zijn wij de SOS. Dit staat voor Signaleren, Overleggen en Samenwerken,” vertelt Marjory. 

“We doen dit pro-actief want signaleren is een werkwoord; het kost moeite en tijd”.

Dorinda vult aan: “Het probleem oppakken voordat het een groot probleem wordt. Alle triagisten én KLV’ers leren wat de signalen zijn en noteren hun Niet Pluis gevoel in Topicus. Wij gaan achter de Niet Pluis meldingen aan.

Wij nemen zo nodig contact op met de eigen huisarts voor overleg en denken mee naar mogelijkheden op casusniveau. Hierin werken we nauw samen met de wijkcoördinatoren die op wijk/instantieniveau mee kunnen denken. Daarnaast weten we veel over het juridische kader (eventuele verwijtbaarheid).”

Casus: vaatwastablet intoxicatie

Een kind (jonger dan 1 jaar) werd gezien op de HAP vanwege een intoxicatie. Kind had een deel van een vaatwastablet gegeten. Doordat de triagist een ‘niet pluis’ melding had gemaakt kwam deze casus bij de Aandachtsfunctionarissen.  

Op zichzelf is dit een situatie die veel ouders zullen herkennen. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Toen wij op onderzoek uit gingen bleek dat het kind 7 intoxicaties in een half jaar te hebben gehad. Dit verandert de casus: het is overduidelijk geen incident en mogelijk is er sprake van een onveilige situatie.

De Aandachtsfunctionarissen hebben overleg gehad met de eigen huisarts.

Het bleek dat de moeder geen vangnet had en dat er hulp nodig was bij het organiseren van structuur in het huishouden. De moeder krijgt hier nu begeleiding bij en is opgelucht dat zij een extra hulp krijgt, omdat zij het niet alleen aan kon.

Het Niet Pluis gevoel leidt meestal niet direct tot een Veilig Thuis melding. Het doel is om onveilige situaties in kaart te brengen, hulp in te zetten waar we kunnen en escalatie te voorkomen.

Niet Pluis melding

In Topicus moet er bij alle contacten met kinderen aangegeven worden of er een Niet Pluis gevoel is. De triagist vult in waarom er een Niet Pluis gevoel is. De KLV’er of de arts die het kind ziet kan dit gevoel bevestigen of ontkrachten. In de spreekkamer wordt namelijk meer duidelijk over het voorval, het trauma mechanisme en over interactie tussen ouder en kind. Het is belangrijk om in het schaduw venster in Topicus te noteren waarom je het Niet Pluis gevoel van de triagist, wel of niet deelt. Dit scheelt veel tijd voor de Aandachtsfunctionarissen als er meer bekend is. Het veld van het Niet Pluis gevoel komt niet in het dossier van de patiënt.

Niet Pluis gevoel werkt urgentie verhogend

Een Niet Pluis gevoel (in de nacht) kan reden zijn om de urgentie te verhogen naar een U2. Patiënten en familie zijn namelijk meer bereid tot het geven van informatie op het moment dat ze zelf contact zoeken. Als het door de context een U2 wordt dan zal de patiënt ook in de nacht gezien worden door de nachtarts.

Niet Pluis versus Kindcheck

De Kindcheck houdt in dat er bij alle niet-pluis contacten, ongeacht de leeftijd van de patient,  gecheckt wordt of er kinderen in het gezin zijn en of zij veilig zijn.

Kinderen van ouders met een psychische stoornis (KOPP) en/of een verslaving (KVO) lopen een verhoogd risico op verwaarlozing doordat ouders onvoldoende in staat zijn om de benodigde zorg te bieden aan hun kind. Maar ook bij vechtscheidingen of armoedeproblematiek kan er sprake zijn van een onveilig klimaat voor kinderen om in op te groeien.

Het doel is escalatie voorkomen door vroegtijdig te signaleren en hulp in te zetten.

Meer informatie? Vragen?

Neem contact op met: Marjory Scharn en Dorinda Goosen, aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld: aandachtsfunctionaris@hzwhuisartsenzorg.nl