Valpreventie

De ketenaanpak valpreventie – wat wordt er van jou als huisarts of POH verwacht?

Elke vier minuten komt een 65-plusser door een valincident op de spoedeisende hulp. Om dit te verminderen werken we aan de implementatie van de ketenaanpak: valpreventie in Zaanstreek-Waterland.

De ketenaanpak valpreventie bestaat uit 4 stappen:

  1. Opsporen
  2. Beoordelen/Screenen
  3. Interventies
  4. Structureel aanbod

Lees hieronder meer over de vier stappen en welke rol je als huisarts of POH Ouderen op je kan nemen.

1. Opsporen

Als huisarts of POH heb je een signalerende rol. Met behulp van de valrisicotest schat je in of een patiënt een laag, matig of hoog valrisico heeft. 

Laag of matig valrisico

Patiënten met een laag of matig valrisico worden ‘behandeld’ in het sociaal domein. Als er sprake is van een matig valrisico kunnen patiënten een valpreventieve beweeginterventie volgen die bekostigd wordt vanuit de gemeente. Patiënten met een laag valrisico kunnen naar regulier beweegaanbod verwezen worden.

Elke gemeente heeft een beweegmakelaar. Je kunt als huisarts of POH de patiënten met een laag of matig risico doorverwijzen naar de beweegmakelaar. De beweegmakelaar kijkt samen met de patiënt naar het meest passende beweegaanbod in de buurt. Mocht je zelf goed op de hoogte te zijn van het aanbod bij jou in de buurt, mag je de patiënt natuurlijk altijd rechtstreeks doorverwijzen.

Hoog valrisico

Deze patiëntgroep moeten gescreend worden op aanwezige valrisicofactoren middels een valrisicobeoordeling.

2. Beoordelen/Screenen

Een screening op de aanwezige valrisicofactoren noemen we een valrisicobeoordeling. Een valrisicobeoordeling hoeft alleen uitgevoerd te worden bij de ouderen met een hoog valrisico.
Tijdens deze beoordeling wordt in kaart gebracht op grond van welke factoren een oudere een hoog risico heeft om (opnieuw) te vallen. De diversiteit aan factoren is breed en om die reden is voor de valrisicobeoordeling een brede medische blik noodzakelijk. De valrisicobeoordeling valt onder verzekerde zorg.

LET OP! Op dit moment is er in de regio nog geen bekostiging voor het uitvoeren van de valrisicobeoordeling. We zullen in de regio eerst bij een aantal huisartsenpraktijken testen hoe we dit het beste kunnen organiseren.

We zullen daarbij uitgaan van de volgende uitgangspunten:

  • Je kunt er als huisarts of POH Ouderen voor kiezen om de valrisicobeoordeling zelf uit te voeren. Je hebt de vrijheid om zelf een methode of meetinstrument te kiezen. De Valanalyse van VeiligheidNL is een optie, maar dus niet verplicht. De valkaart van het Geriatrisch Expertise Team (GET) uit Purmerend kun je ook gebruiken.
  • Je kunt er ook voor kiezen om de valrisicobeoordeling gedeeltelijk uit te besteden aan een valanalist. Dit zijn zorgprofessionals zoals fysiotherapeuten en ergotherapeuten die een aanvullende opleiding hebben gedaan. Zij maken gebruik van de Valanalyse van VeiligheidNL. De huisarts blijft wel verantwoordelijk voor de inhoudelijke interpretatie en het eind oordeel (inclusief eventuele verwijzingen) binnen de valrisicobeoordeling.

3. Interventies

De interventies zijn gericht op het verminderen van risicofactoren voor vallen. Een effectieve valpreventie-aanpak bevat altijd een valpreventieve beweeginterventie. Er zijn in Nederland drie valpreventieve beweeginterventies erkend: Vallen Verleden Tijd, In Balans en Otago.

Aanvullend op de valpreventieve beweeginterventies worden ook andere interventies overwogen  die naar voren kwamen tijdens de valrisicobeoordeling, zoals medicatieaanpassing, voedingsinterventies of een staaroperatie bij visusproblemen.

Valpreventieve beweeginterventies kunnen op twee manieren worden gefinancierd: 

  1. Via de gemeente: de valpreventieve beweeginterventies in het gemeentelijk domein zijn bedoeld voor ouderen met een matig of hoog valrisico zonder onderliggend en bijkomend lijden. Alle interventies kunnen gegeven worden door een fysio- of oefentherapeut. In Balans kan ook gegeven worden door beweegleider senioren of mbvo-docent.
  2. Via de zorgverzekering: de valpreventieve beweeginterventies bekostigd vanuit de Zvw zijn voor ouderen met een hoog valrisico en onderliggend en bijkomend lijden. Als huisarts kun je bepalen of iemand is aangewezen op begeleiding voor een fysio-of oefentherapeut. Patiënten hebben daarom een verwijzing van de huisarts nodig.

Zodra er een up-to-date overzicht is van aanbieders en beweegmakelaars per gemeente, wordt dit gepubliceerd op onze website.

4. Structureel aanbod

Nadat een patiënt een beweegprogramma afgerond heeft is het van belang dat de patiënt door blijft gaan met beweegoefening. Op die manier behoudt de patiënt de verbeteringen in balans, functioneren en spierkracht.

De beweegmakelaar kijkt samen met de patiënt naar welk regulier beweegaanbod er in de buurt is.

Vragen?

Nienke Janssen

Projectleider 06-26508826 n.janssen@hzwhuisartsenzorg.nl